Er zijn verschillende soorten zwijnen. Het Europese wilde zwijn, ook wel everzwijn genoemd, en het varken (zie de pagina over deze diersoort) zijn het meest bekend. Het wilde zwijn komt voor in delen van Europa, Azië en Noord-Afrika en is de wilde voorouder van het gedomesticeerde varken.
In Nederland neemt de populatie zwijnen sinds de twintigste eeuw weer toe. Zwijnen komen vooral voor op de Veluwe en in Limburg in Nationaal Park De Meinweg. In Nederland leven naar schatting tussen de 5.000 en 10.000 wilde zwijnen, afhankelijk van het seizoen en beheermaatregelen. Zwijnen zijn omnivoren en, een leuk detail, de biggen van een zwijn hebben een goud-gele gestreepte rug. Het lijkt of ze een pyjamaatje dragen.
Onze omgang met zwijnen
- Wilde zwijnen worden al eeuwenlang intensief bejaagd voor voedsel en hun huid.
-
In de oudheid werden ze ook als offerdier gebruikt, vooral bij de Kelten en de Romeinen
- Rond 8.000–6.000 jaar geleden begonnen mensen wilde zwijnen te domesticeren, wat leidde tot onze tamme varkens.
-
In de middeleeuwen werd de jacht op wilde zwijnen vooral een privilege voor adel en koningen.
- In de 18e en 19e eeuw verdwijnen wilde zwijnen uit grote delen van West-Europa, inclusief Nederland, door het verlies van leefgebied. Dit komt door de intensieve jacht, ontbossing en toename van de landbouw. Alleen in dichtbeboste gebieden, zoals de Veluwe, konden kleine populaties overleven. Vaak werden ze daar ook bewust uitgezet voor de jacht.
- Zwijnen worden bewonderd om hun kracht, intelligentie en rol in ecosystemen. Ze woelen bodems om en verspreiden zaden.
- Toeristen en natuurliefhebbers zien ze graag.
- Zwijnen worden echter ook als lastig ervaren door boeren wanneer ze landbouwgronden omwoelen.
- Verkeersdeelnemers zijn ook niet blij met zwijnen als ze onverwacht de weg over rennen. In sommige gebieden worden ze daarom actief bejaagd onder de noemer van beheer.
- Schade aan natuur, landbouw en problemen op wegen zorgen ook voor een dilemma: hoeveel ruimte geven we aan wilde dieren in een dichtbevolkt land?
- Plezierjacht op zwijnen vindt ook plaats. Hun vlees geldt vaak als delicatesse.
De symboliek van zwijnen
- In de klassieke oudheid werd het zwijn gezien als een krachtig en gevaarlijk dier. Dit maakte het zwijn tot een symbool van moed en krijgshaftigheid.
- In Griekse en Romeinse mythen duikt het zwijn ook op als tegenstander van helden. Zo moest de held Herakles het reusachtige Erymanthische zwijn vangen als een van de twaalf werken die hij als boetedoening moest uitvoeren. In die verhalen staat het zwijn symbool voor ontembare kracht, chaos en mannelijke strijdlust. Tegelijkertijd is het zwijn in dit verhaal ook een prooi, iets wat overwonnen moet worden om de orde en veiligheid te herstellen.
- In de Noordse mythologie wordt het zwijn naast kracht en moed ook geassocieerd met vruchtbaarheid en overvloed, vaak verbonden met godinnen van de natuur.
-
In de Keltische mythologie wordt het zwijn, zowel het wilde zwijn als het varken, gezien als een heilig dier en een symbool van kracht, vruchtbaarheid en moed. Het werd geassocieerd met goden en godinnen, vaak verbonden met de jacht, de natuur en het bovennatuurlijke
- In de middeleeuwen werd het zwijn in de christelijke beeldtaal vaak geassocieerd met zonde, vraatzucht en gevaar. Het dier kwam in bestiaria (middeleeuwse dierenboeken) voor als symbool van de lage, dierlijke instincten van de mens.
- In sommige culturen, zoals bij de Kelten en Germanen, was het zwijn juist een heilig dier dat bescherming, moed en vruchtbaarheid symboliseerde. Zo droegen Keltische krijgers vaak zwijnensymbolen op hun helmen als talisman.
- In de schilderkunst zijn zwijnen vaak afgebeeld als onderdeel van de natuur en als onderdeel van jachttaferelen.